Als gevolg van het rijksbeleid en door de economische recessie, ontkomt ook de gemeente Harlingen niet langer aan forse bezuinigingen. Het college stelde dan ook, dat iedere burger in Harlingen iets gaat merken van de voorgestelde bezuinigingen en lastenverzwaringen. Geen leuke boodschap, maar helaas onvermijdelijk en wel noodzakelijk.
Harlinger Belang pleitte daarbij voor een eerlijke verdeling van deze bezuinigingen en lastenverzwaringen. Deze eerlijke verdeling was in de culturele sector echter ver te zoeken. Daar waar de muziekschool en de bibliotheek 15% en 6% werden gekort op hun bijdrage, ontsprong het gemeentelijke museum de dans. Zij hoefde geen bijdrage te leveren aan de gemeentelijke bezuinigingen. Klaarblijkelijk wilde het college niet ‘in eigen vlees’ snijden.
Opmerkelijk, omdat eerder uit onafhankelijk onderzoek van de Rekenkamercommissie bleek, dat de kosten van het Hannemahuis in vergelijking met andere musea bijna het dubbele zijn. Ondanks dat het aantal bezoekers (9.000) na de verbouwing is toegenomen, kost het museum de gemeente jaarlijks nog steeds ruim € 400.000.
Daarom stelde Harlinger Belang voor, het Hannemahuis (en daarmee dus uiteindelijk de gemeente zelf) ook een klein deel (€ 15.000) van de bezuinigingsopgave voor haar rekening te laten nemen. Enerzijds om de gemeentelijke bezuiniging in de culturele sector eerlijk te verdelen en zeker om als gemeente zelf het goede voorbeeld te geven. Anderzijds om tot een financieel gezonder museum te komen, wat uiteindelijk ook van belang is voor de toekomst van het Hannemahuis zelf.
Naar onze stellige overtuiging kan het Hannemahuis de door ons voorgestelde, bescheiden bezuiniging prima dragen door het verlagen van haar kosten. Daarnaast voelen wij ons gesteund door aanbevelingen uit het onderzoek van de Rekenkamercommissie, dat het Hannemahuis zelf meer inkomsten zou moeten genereren met sponsoren, donateurs en cultureel ondernemerschap.
Het voorstel, dat onze raadsfractie samen met de VVD inbracht, kon echter niet rekenen op de steun van de overige raadsfracties. Zij namen daarmee genoegen met een oneerlijke verdeling van de bezuiniging in de culturele sector. Maar wellicht nog kwalijker, dat de gemeente niet wil snijden in ‘eigen vlees’ ten koste van externe cultuuraanbieders.