Eindelijk was daar afgelopen woensdag het lang verwachte oordeel van de rechter in het geschil tussen de gemeente Harlingen en Spaansen. In deze rechtszaak stelde de gemeente dat bij de aankoop van het terrein aan de Kanaalweg in mei 2009, sprake was van onrechtmatige staatssteun. Spaansen bestreed dit en eiste nabetaling van het resterende deel van de aankoopsom.
In juli oordeelde de rechter al, dat er sprake was van staatssteun. Nu heeft zij eveneens uitspraak gedaan over de omvang van deze staatssteun. Met haar oordeel van deze week schaart de rechter zich achter het standpunt van de gemeente, maar ook achter dat van Harlinger Belang.
Onze raadsfractie heeft zich altijd verzet tegen de aankoop van het terrein, waarmee destijds € 8.500.000 gemeenschapsgeld gemoeid was. Toen al stelden wij dat de onderbouwing voor deze aankoop aan alle kanten rammelde. Zo was de taxatie gedateerd, werden hierbij verkeerde uitgangspunten gehanteerd en was onvoldoende rekening gehouden met de miljoenen kostende bodemverontreiniging. Het toenmalige college onder aanvoering van burgemeester Scheffer en met verantwoordelijk wethouder Zomers bleef echter onverminderd positief en verweet ons ‘negatief’ te zijn.
Ondanks alle argumenten, ging de voltallige raad behalve Harlinger Belang, in mei 2009 akkoord met het aankoop. Harlinger Belang heeft meerdere malen het college bevraagd over deze aankoop. Uit een analyse van 2010 en 2011, uitgevoerd door het pas aangetreden college met de wethouders Le Roy en Glasbeek, bleek dat bij de aankoop inderdaad grote fouten waren gemaakt. Gevolg was dat de gemeente Harlingen € 6,3 miljoen verlies leed op de aangekochte grond.
Reden voor de Harlinger Belang om in 2012 het college met een motie op te roepen, melding te maken van onrechtmatige staatssteun. Deze motie werd door een nipte meerderheid van de toenmalige raad gesteund. Ook het college zelf zag geen andere optie, dan de aankoop door de rechtbank te laten toetsen. En ook de rechtbank stelt nu dat de reële waarde van de aangekochte grond ‘slechts’ € 6.250.000 bedraagt. De gemeente hoeft de resterende € 2.250.000 niet aan Spaansen te betalen.
Wij realiseren ons dat de uitspraak zuur en onbevredigend is voor Spaansen en betreuren het, dat de aankooptransactie na jarenlange juridische procedures en onzekerheid nu pas wordt aangepast. Ons inziens had het college in 2009 de raad nooit zo’n ongefundeerd voorstel mogen voorleggen. Ook de toenmalige raad had, gelet op haar controlerende taak, nooit akkoord mogen gaan met de aankoop gelet op kritische geluiden die toen al te berde werden gebracht.